Ontwerp entree WFC Experience

Ontwerp WFC Experience gebouw is grote puzzel

Het World Food Center speelt op zichzelf al een hoofdrol, maar is ook door de locatie, de ligging en de mensenstromen die het trekt, extra interessant om te ontwerpen. Het gebouw is gezichtsbepalend voor het World Food Center-terrein. Koppel dat ook nog eens aan de monumentale status van de kazernes en je hebt een veel interessanter project dan wanneer het zou gaan om een nieuw te bouwen hal, ergens in het buitengebied. Hier is veel meer te puzzelen, met een veel grotere impact”, aldus architect David Hess.

Hess had als jongen twee toekomstdromen: muziek maken en architectuur. In eerste instantie koos hij voor het conservatorium maar na twee jaar bleek de architectuurdroom toch sterker. Inmiddels is hij als partner bij Kraaijvanger Architecten sinds een aantal maanden verantwoordelijk voor het ontwerp van het gebouw voor de World Food Center Experience.

Puzzels
“Wat mij boeit aan architectuur is het vinden van één eenduidig antwoord; het gebouw, op heel veel verschillende vragen. Het is een integratiepuzzel waarbij vaak erg veel belangen en randvoorwaarden moeten worden meegenomen om daar iets moois en eenduidigs van te maken. Iets waar veel mensen van kunnen genieten. De coronacrisis heeft meer dan wat ook benadrukt hoe sterk de behoefte is aan fysieke ontmoeting. Het is voor mij een eer aan gebouwen te werken waar deze behoefte invulling kan krijgen. Plekken waar verschillende mensen samen komen.

“Dat maakt de opgave van het World Food Center ook zo boeiend. Het is een semi-publiek gebouw dat op zichzelf al een hoofdrol speelt, maar ook door de locatie, de ligging en de mensenstromen die het trekt, is het extra interessant. Het gebouw is gezichtsbepalend voor het World Food Center-terrein. Koppel dat ook nog eens aan de monumentale status van de kazernes en je hebt een veel interessanter project dan wanneer het zou gaan om een nieuw te bouwen hal ergens in het buitengebied. Hier is veel meer te puzzelen, met een veel grotere impact.”

Informatie ophalen
We zijn in december begonnen met de eerste schetsontwerpen. Hiervoor hebben we enorm veel informatie opgehaald bij alle betrokken partijen. Informatie die verwerkt is in het schetsontwerp maar ook informatie die meegenomen wordt naar volgende fases als we verder gaan inzoomen op de preciezere ruimte-indeling en de materialisatie. Voor een gebouw van deze omvang, zo’n 6000m2, hebben we veel stakeholders:

  • Stichting World Food Center Experience
  • Exploitant TeKa Groep
  • BRC, voor ontwerp en uitvoering van de Experience
  • Gemeentelijke stedenbouwkundigen
  • Gemeentelijk landschapsontwerp
  • Gemeentelijk Monumenten/Rijksmonumentenbeheer
  • Q -team, een groep met een architect, stedenbouwer en een voedselexpert die samen een multidisciplinaire blik op ontwikkelingen geven.

Grootste uitdagingen
“Het is passen en meten. Want deze locatie, aan de monumentale kazerne, is ook nog eens gekoppeld aan het hoogteverschil in het landschap. Daarom hebben we eerst gekeken naar wat voor volume op die plek zou passen. We kwamen toen uit op een hedendaagse spiegeling van het volume van de voorvleugel van de kazerne. Pas daarna zijn we gaan kijken hoe we dat konden gaan invullen met de Experience. En dan ontstaat er een soort puzzel met het stedenbouwkundig volume dat we hebben ontworpen – een soort arcade – en de volumes van de Experience die nodig zijn.”

Er is ooit gesproken over een iconisch gebouw, is daar nog iets van over?
“Ik vind iconisch eigenlijk een lastig woord, Het is bijna een krachtterm. En het is een oordeel over iets wat moet ontstaan. Je kunt het bijna niet gewoon meteen als ‘iconisch’ neerzetten. Dat is net zoiets als ‘mooi’. Ook een term met een hoge subjectiviteit. Het is iets dat zo ervaren en beleefd moet worden. Het moet vooral goed zijn en op de juiste manier aandacht vragen. Het moet niet het monument gaan overschreeuwen. We doen juist heel erg ons best om iets te maken wat in balans is met het monument en met de omgeving. En dus ook een maat heeft dat het niet weggedrukt wordt door het monument. De balans komt dus van twee kanten.”

Integrale aanpak
“De integrale aanpak is wat ons kenmerkt. De juiste balans vinden en veel aandacht besteden aan participatie, actief luisteren en met een open blik informatie ophalen voor je gaat ontwerpen. Je haalt op die manier veel meer informatie op waarmee je tot een beter ontwerp komt. Zo betrek je alle participanten er op zo’n manier bij dat ze mede-eigenaar van het proces en het ontwerp kunnen worden. Tegelijkertijd houden we een eenduidigheid van integratie voor ogen, waardoor het ontwerp meer is dan een compromis van verschillende losstaande meningen. Uiteindelijk is het aan ons om de regie te houden op basis van de overall visie op wat er moet gebeuren en hoe het zich het beste laat inpassen en aanpassen.”

Monumenten
“Het werken met monumenten is een verhaal op zich. Voor dat onderdeel werken we samen met de specialisten van Braaksma Roos. We krijgen eigenlijk het bestaande kazernegebouw cadeau. Een prachtig gebouw. De bestaande hal in het midden heeft bijvoorbeeld een prachtige structuur, met dakspanten en hele bijzondere grote vensters. Een maat en detaillering die je nu niet meer nieuw zou bouwen. ”Een belangrijke vraag bij het monument is: hoe ver ga je met het comfort en het klimaat In het gebouw? Ga je nu allerlei zichtbare aanpassingen aan het gebouw doen om altijd op een gemiddelde van 20 °c uit te komen?”

Bezoekersstromen
“In de omgang met de te verwachten bezoekersstromen hebben we al de nodige ervaring, onder meer opgedaan bij het AHOY congrescentrum in Rotterdam. Hierbij is de nauwe samenwerking met BRC ook essentieel. Zij bedenken immers ook hoe ze de Experience willen inrichten en hoe zij daar de bezoekersstromen denken te geleiden. En dat bepaalt weer hoe wij het gebouw en de verschillende ruimtes, dimensioneren en inrichten. De customer journey van de bezoeker in het gebouw is daarbij leidend. We hebben met BRC een regulier overleg, eens per week, maar we bellen elkaar ook regelmatig met updates. Het is goed dat we elkaar ook allemaal al eens face-to-face hebben ontmoet. Het gaat bij deze intensieve creatieve processen toch ook om elkaar goed  aanvoelen en een goede vertrouwensband hebben, iets dat je met alleen online meetings lastiger bereikt.”